[frm-graph type=”column” data_type=”count”]We hebben deze planeet niet gekregen van onze ouders, maar geleend van onze kinderen. En omdat we meer van hen houden dan van onszelf en niet willen dat zij de teloorgang van een fijn leefklimaat met weemoed moeten aanzien, is heel Nederland druk met de energietransitie. Of misschien zijn we er druk mee omdat er een deadline van boven
af is opgelegd en we boetes riskeren als onze CO2-uitstoot in 2050 niet is teruggebracht naar nihil. Welke reden het ook is, er is druk op de cv-ketel en we moeten flink gasgeven om gasloos te raken. Duurzaam, circulair, ietsje minder vlees, hybride warmtepomp, afval scheiden, et cetera. Een lagere energierekening doet de portemonnee deugd, de geringere milieu-impact maakt dubbele winst. Dat investeren in zonnepanelen wordt aangemoedigd door de Belastingdienst is inmiddels bekend. Vandaag aandacht voor wat er volgt op de investering: effectief gebruik.
Er is in 2018 veel gerept over blockchain. Deze bijdrage is niet bedoeld om de levensvatbaarheid van deze technologie te toetsen, of in te gaan op het energieverbruik dat gemoeid gaat met het delven van digitale valuta zoals de Bitcoin. Wel wordt er in een latere bijdrage mogelijk ingegaan op het energieverbruik van deze in zwang geraakte technologie.
De verschillende gedaanten van CO2-uitstoot
Wanneer het aankomt op broeikasgassen, zijn er meerdere sectoren die CO2-uitstoten: landbouw, productie, transport, gebouwaandrijving en elektriciteit. Deze sectoren gebruiken voor het opwekken van hun energie veelal fossiele brandstoffen zoals aardgas, aardolie en steenkool. Deze opwekking zorgt voor koolstof als bijproduct. Binnen de sector ‘elektriciteit’ wordt vooruitgang geboekt, aangezien deze energiebron hernieuwbaar is en hernieuwbare energiebronnen in prijs afnemen. Toch draait onze planeet nog voornamelijk op ‘dirty energy’ en is een volledig groene toevoer voorlopig niet in zicht. Wel is er een significante toename te zien in het particulier opwekken van elektriciteit en is een gemiddelde nul-op-de-meter-woning veelal voorzien van zonnepanelen om dit te bewerkstelligen. Niet direct gebruikte energie gaat terug richting het elektriciteitsnet. Teruggeleverde energie wordt vervolgens gesaldeerd met het eigen verbruik. In sommige gevallen kan er zelfs sprake zijn van overproductie.
Terugleververgoeding van energieleveranciers
Het teveel aan overproductie van elektriciteit wordt terugverkocht aan energieleveranciers. Het kale tarief voor stroom ligt rond de 6 cent, tel daar 12 cent belasting en 3,5 cent btw bij op en de conclusie is dat de gemiddelde consument 20 cent betaalt per kWh stroom. Voor het zelf opgewekte overschot krijgt men echter ‘slechts’ een basisvergoeding van gemiddeld 7 cent terug van de energieleverancier, omdat over deze kWh geen overheidsheffingen en btw mag worden teruggegeven. De 13 cent verdwijnt dus als commissie in de zak van energieleveranciers. De meesten van hen adviseren dan ook om zonnepanelen te laten installeren waarmee op jaarbasis niet meer wordt opwekt dan het eigen verbruik, zodat er geen ‘netto teruglevering’ plaatsvindt. Dit is een handelsbeperking, omdat het dus niet bepaald de moeite loont om meer te produceren dan het eigen verbruik.
Zelf ‘in charge’ met WePower
WePower wil consumenten die groene energie opwekken verbinden met andere energieverbruikers. Ze bieden een handelsplatform aan, waar opwekkers hun energie direct kunnen verkopen aan de energieverbruikers zonder commissie, aangezien de transactie plaatsvindt op de Ethereum-blockchain. Dit ondersteunt de decentrale gedachte, geen tussenpersoon dus ook geen commissie. Elektriciteit verkopen voor de volle 0,20 zou je denken: deels waar. Opwekkers betalen weliswaar geen commissie, maar krijgen ook geen geld. Ze krijgen hun beloning namelijk in de vorm van WePower-tokens. 1 kWh staat gelijk aan één energy token. Deze ‘tokens’ zijn vergelijkbaar met aandelen. Compleet kleurloos is het platform dus niet te noemen. Het team bestaat uit twintig man, voornamelijk afkomstig uit Estland en Litouwen. Momenteel rollen ze een pilot uit in Estland, waarmee ze het hele nationale energienetwerk op het WePower-netwerk willen aansluiten. Ook hebben ze hun tokenmodel al ingericht naar Europese maatstaven. Daarnaast hebben ze beloofd te gaan uitbreiden naar Australië, Duitsland, Italië, Portugal, Spanje en Griekenland. Om de voortgang in de gaten te houden, kan de roadmap geraadpleegd worden.
Belofte en toekomstperspectief Wepower
Het decentrale concept van WePower is het volgen waard, al laat de voortgang nog te wensen over. Zo is het marktkapitaal sinds de lancering van het concept van €30 miljoen geslonken naar €5.5 miljoen, het aandeel zelf voltrok krimp van €0,19 naar €0,01 op het moment van schrijven. Weinig rendabel op dit punt, al hoeft dit niet allesbepalend te zijn voor de toekomst. Blockchainbedrijven worden immers vaak overschaduwd door de volatiliteit van de digitale markt en de hierbij horende (extreme) prijsschommelingen, waardoor de concepten en soms zelfs werkende producten van deze jonge bedrijven tijdelijk aan de aandacht ontsnappen.
Op de korte termijn lijkt het verstandiger om binnen de landgrens te blijven. Lokale energieleveranciers beginnen namelijk in te spelen op de handelsbehoefte. Het beste voorbeeld is dat van Powerpeers, de leverancier die tot en met 5.000 kWh een vergoeding van €0,11 per kWh belooft. Daarnaast bieden ze een opwekvergoeding van €0,0484 per kWh, incl. btw aan opwekkers die energie via hun platform aanbieden aan andere gebruikers. Het is dus kiezen tussen een Estlandse start-up die uitbetaalt in vooralsnog weinig waardevolle aandelen, of stroom afnemen van Paul en Eefke uit de gezelligste straat van Gouda.
Voor ieder wat wils: iets nieuws onder de zon.
